Circulariteit krijgt binnen de bouw steeds meer vorm: vanuit vraag en aanbod ontstaan steeds weer nieuwe initiatieven. Er is sprake van enthousiasme én onwetendheid, lef én terughoudendheid.. Vanuit Betere Gebouwen brengen we graag inspirerende voorbeelden aan het licht van hoe de bouwsector bijdraagt aan de circulaire transitie.
Dit keer spreken we met Workbrands, een inrichter met een sociaal karakter, die leidend is in refurbishment en refurbished meubilair. Hoe kijkt deze duurzame inrichter bijvoorbeeld naar de toepassing van circulariteit in aanbestedingen? Ramon van de Kerkhof, commercieel manager van Workbrands: “Een aanbestedende dienst moet met een comfortabel gevoel uit het traditionele lineaire model kunnen stappen.”
Duurzaamheid versus kwaliteit
Om warm te draaien, leggen we Ramon een dilemma voor. Wat als hij moet kiezen tussen een duurzame meubelstof van mindere kwaliteit, of een kwalitatief hoogwaardige meubelstof die niet zo duurzaam geproduceerd is? Ramon: “Dat is niet zo eenduidig te beantwoorden. Voor al onze producten, refurbisht of nieuw, geldt ons basisprincipe dat de kwaliteit hoog moet zijn. We beoordelen per nieuw product wat de hergebruikpotentie is en hoe duurzaam het geproduceerd is. Bij gebruikt meubilair beoordelen we op de kwaliteit van het product en of refurbisment kan leiden tot extra levensduur. Onze insteek is om de levensduur van alle producten maximaal te verlengen.”
“Circulariteit is voor ons het streven naar maximaal waardebehoud”
Maximaal waardebehoud
Als kwaliteit de basis is, dan is het interessant te weten welke definitie Workbrands hanteert als het gaat om circulariteit. “Circulariteit is voor ons het streven naar maximaal waardebehoud”, zegt Ramon. “Bij bestaande producten betekent dit bij voorkeur het behoud van de functie en het verlengen van de levensduur. En is een product in z’n functionaliteit waardeloos geworden, zoals ladeblokjes? Dan bekijken we op basis van de vraag van de klant welke andere functionaliteit we eraan kunnen geven. Zo maken we functioneel waardeloze producten opnieuw waardevol. In het geval van nieuwe producten werken we aan maximaal waardebehoud door het product goed herbruikbaar – demonteerbaar, uitwisselbaar en makkelijk te refurbishen – aan te bieden.”
De impact van hergebruik
Voor Workbrands vormt het vlindermodel van de Ellen MacArthur Foundation de basis van hun kijk op de circulaire economie. Hierbij is het doel om de druk op de primaire, natuurlijke, grondstoffen te verlichten door grondstoffen zoveel mogelijk te hergebruiken. “De besparing op de milieu-impact die we met hergebruik bereiken, maken we aantoonbaar door onze milieu-impactcalculatie, ontwikkeld door het NIBE. Hierin vergelijken we de impact van refurbished producten met die van nieuwe producten op basis van een onafhankelijke wetenschappelijke onderbouwing”, legt Ramon uit. “Zo bewijzen we dat we, zelfs wanneer we het product uitgebreid refurbishen en wat virgin onderdelen toevoegen, 50 tot 70 procent aan CO2 kunnen besparen. En dit zonder concessies te doen op functionaliteit en esthetiek.”
Maar zitten de klanten wel te wachten op hergebruikte producten? Anders gezegd, hoe verhoudt de duurzaamheidsvisie van Workbrands zich tot hoe klanten hiernaar kijken? Ramon: “In de praktijk zien we dat onze ambities en de ambities van de klant niet altijd overeenkomen. Dan wil de klant bijvoorbeeld nieuwe, duurzaam geproduceerde meubels in plaats van hergebruikte. In zo’n geval gaan we met elkaar in gesprek en proberen we de klant te helpen de eigen ambities te overtreffen. We stimuleren hergebruik naast het gebruik van duurzaam nieuw meubilair – dat laatste blijft indien nodig ook bestaan.”
Circulaire uitvraag in aanbestedingen
Regelmatig krijgt Workbrands de vraag hoe aanbestedende partijen, zoals overheden, het onderwerp circulariteit het best kunnen opnemen in hun aanbesteding-uitvraag. “Hergebruik is in aanbestedingen heel moeilijk uit te vragen, omdat er geen onbeperkte toegang is tot continu hetzelfde product. Dat maakt ook dat we aanbestedende diensten adviseren om af te stappen van het lineaire product-prijsdenken en te kiezen voor een partnershipmodel met maximale transparantie qua prijs, ambities en risico’s.” Ramon legt vervolgens uit waarom: “Alleen zo kan de aanbestedende dienst met een comfortabel gevoel uit het traditionele lineaire model stappen. Heb je de gezamenlijke ambitie om hergebruik te maximaliseren? Dan bekijk je hoe je deze doelstelling samen kunt bereiken. Ook moet je de onvoorspelbaarheid van aanbod en prijzen accepteren: je bespreekt hoe je risico’s sámen kunt wegnemen, of je bekijkt hoe je ze samen kunt dragen.”
“Een goed doordachte (uit)vraag is een vliegwiel voor innovatie en voor onze circulaire transitie.”
Steeds slimmer
De aanbestedende dienst moet dus sturen op duurzaamheid en vanuit dat thema invulling geven aan de vraag: wat willen we bereiken? “Onlangs heeft een Nederlandse universiteit niet eens meer een prijs aangevraagd”, vertelt Ramon. “Hun uitvraag richtte zich op hoe belanghebbende partijen de circulaire doelstellingen wilden gaan behalen en op prijstransparantie. Ze wilden gaan gunnen op het percentage hergebruik – de maximale impact. Het is mooi om te zien hoe aanbestedende diensten hierin steeds slimmer worden. Ze trappen niet meer in de trucjes van ondernemingen die op papier mooie verhalen vertellen, maar deze in de praktijk moeilijk kunnen waarmaken. Een goed doordachte (uit)vraag stuurt op circulariteit en duurzaamheid en is in die zin een vliegwiel voor innovatie en voor onze circulaire transitie.”
Meer lezen?
Houd onze website in de gaten voor meer inspirerende voorbeelden van hoe de bouwsector bijdraagt aan de circulaire transitie.
Schrijf een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.