Pieter Kers
Paul de Ruiter Architectenbureau Paul de Ruiter | directeur

Een beter gebouw draait om techniek én gezondheid, aldus architect Paul de Ruiter

0 ·Leestijd: 3:00 minuten

Decennia lang zijn we bezig duurzaam te bouwen. Veel recenter realiseren we ons dat het om meer gaat dan techniek alleen. Dat het gaat om de gezondheid van de mensen in dat gebouw. En dat dit thema om een andere houding van ontwerpers vraagt.

Zelf was ik begin jaren ‘90 erg betrokken bij duurzaamheid en duurzaam bouwen. Iedereen zocht naar mogelijkheden om energieneutrale gebouwen te ontwikkelen. Mijn promotieonderzoek (1992) ging erover en zette nog een tandje bij: hoe ontwerp je gebouwen die energie produceren in plaats van consumeren? Dat was toen het betere bouwen. En dat is het nog steeds. Daarom bouwen we inmiddels volop energieleverende gebouwen. Bijvoorbeeld met gevels die intelligent reageren op de zon waardoor maximaal energie kan worden gewonnen en bewaard.

‘Gebouwen moeten niet alleen in technische zin energie produceren, maar ook in menselijke zin.’

Open deur
Nu – vijfentwintig jaar later – weten we echter ook dat het bij een gebouw om meer draait dan alleen de energie die het verbruikt of opwekt. Een beter gebouw moet ook energie leveren aan de mensen die er verblijven, werken, lunchen, vergaderen of een bezoek brengen. Een beter gebouw is dus een gezond gebouw. Niet alleen wat betreft de afwezigheid van giftige stoffen en materialen, maar ook als het gaat om minder grijpbare kwaliteiten als licht, leefklimaat, uitzicht en de invloed op ons bioritme.  Een open deur, zou je zeggen. Maar nog steeds steken de meeste gebouwen goedkoop af tegen de functie die ze vervullen. De gezamenlijke loonkosten van degenen die er werken zijn doorgaans vele malen hoger dan de huisvestingskosten. Die scheve verhouding is een indicatie van het gebrek aan aandacht voor de kwaliteit van een gebouw, voor het leef- en werkklimaat, en dus voor de gezondheid van mensen. Die verhouding moet beter in balans. Dat zou onze gezamenlijke missie en opgave moeten zijn.

Jeroen Musch

Andere houding
Het is trouwens heel goed mogelijk om gezonde gebouwen te maken, is onze ervaring. Natuurlijk komt daar weer allerlei techniek bij kijken. Maar daar gaat het hier niet om. Belangrijk is dat wij als adviseurs en architecten van houding veranderen. Dat wij niet langer beginnen met aan de buitenkant de gevels en ramen te tekenen. Maar precies andersom. Dat we van binnen naar buiten ontwerpen, vanaf het allereerste contact met de opdrachtgever. En dan niet beginnen met de benodigde vierkante meters en werkplekken. Maar inzetten op een geïnspireerde dialoog waarin ontwerper en opdrachtgever samen achterhalen en benoemen waar het echt om gaat. Waarin de architect aandachtig luistert naar wat de opdrachtgever van zichzelf vindt, van de organisatie en de mensen. Op basis van die gesprekken start het ontwerpproces.

‘Esthetiek en duurzaamheid sluiten elkaar niet uit. Ze versterken elkaar.’

Schoonheid
Een beter gebouw levert energie aan zijn omgeving en aan de mensen die er werken of verblijven. Wat mij betreft hoort daar nog een extra kwaliteit bij: een gebouw moet uitdagen tot collectiviteit, verbinding bewerkstelligen. In onze ontwerpen vind je dus geen kleine kamertjes, maar ruimtes die op verschillende manieren kunnen worden gebruikt. Je ziet er geen smalle gangen, maar eerder een atrium en brede trappen waar gebruikers van het gebouw elkaar als vanzelf tegenkomen.

Dan kun je je natuurlijk vragen: kan een gebouw waaraan je zoveel eisen stelt, nog wel mooi zijn? Dan luidt mijn antwoord: esthetiek en duurzaamheid sluiten elkaar niet uit. Ze versterken elkaar. Wie echt gaat voor duurzaamheid, vindt juist daarin aanleiding voor een vernieuwende architectuur met intrinsieke schoonheid.

Vind je dit een interessant artikel? Deel het met je netwerk.

Reacties