Peter Jansen & Pieter Lems Nationale Nederlanden

Circulariteit bij Nationale Nederlanden: “Vijf jaar geleden gooiden we alles nog in de container”

0 ·Leestijd: 4:35

Begrippen als duurzaamheid, circulariteit en het zorgvuldig omspringen met wat de aarde aan grondstoffen biedt, associeer je toch niet snel met het dagelijks werk van een financieel dienstverlener als Nationale Nederlanden.

Dat blijkt echter een misvatting. “Wij voelen zeker onze maatschappelijke verantwoordelijkheid”, zeggen Pieter Lems en Peter Jansen, beiden portfoliomanager binnen Facility Management bij de NN Group. “In onze bedrijfsvoering en projecten kunnen we impact maken en mensen inspireren op het gebied van duurzaamheid.”

Circulair denken is de nieuwe standaard
De afgelopen jaren is het tot diep in de FM-organisatie doorgedrongen dat circulair denken belangrijk is. “Als wereldbevolking gebruiken we veel meer grondstoffen dan de aarde kan produceren”, benadrukt Pieter. “Daardoor putten we onze eigen leefomgeving uit en dat houdt een keer op. Vandaar dat het anders moet, nu het nog kan.”

Dus moet er, is ook Pieter’s persoonlijke overtuiging, zowel in de nieuwbouw- als de verbouwwereld een transitie plaatsvinden, waarbij duurzaam en circulair denken en werken de nieuwe standaard is. “Op den duur moet circulariteit geen ambitie meer zijn, maar tot de dagelijkse gang van zaken gaan horen.”

“Op den duur moet circulariteit geen ambitie meer zijn, maar tot de dagelijkse gang van zaken gaan horen.”

NN Workspace 2020
Dat zijn mooie woorden, maar wat doet Nationale Nederlanden zelf aan het realiseren van die mooie ambities? Dat blijkt heel wat te zijn, zowel bouwkundig als in organisatorisch opzicht. Een concrete uiting daarvan is, dat Pieter samen met Peter verantwoordelijk is voor het project ‘NN Workspace 2020’. Daarbij worden twee grote kantoorlocaties ingrijpend verbouwd om ze te laten aansluiten bij de veranderende organisatie. Een mooie kans om direct de circulaire ambities in de praktijk vorm te geven.

Mensen staan centraal
“We zijn dit voorjaar begonnen om 48.000 vierkante meter kantooroppervlak in onze vestigingen in Rotterdam en Den Haag grondig aan te pakken”, vertelt Peter. “De komende anderhalf jaar worden die zo toekomstbestendig gemaakt, dat ze als metafoor staan voor onze organisatie-ambities.” Daarbij neemt NN geen halve maatregelen. “Samengevat komt het er op neer dat we de medewerkers de juiste fysieke omgeving willen bieden waarin ze zich goed voelen en hun werk daardoor optimaal kunnen doen”, aldus Pieter. “Mensen staan centraal in onze organisatie en wij zijn er van overtuigd dat werken in een goede omgeving prettiger, leuker en gezonder is en daardoor ook leidt tot betere resultaten, hogere tevredenheid en innovatie.”

Aandacht voor gezond gedrag
Met de nieuw te realiseren huisvesting creëert Workspace 2020 een inrichting die agile, gezond, circulair en slim is. Het project speelt hierbij in op de ontwikkeling naar een meer dynamische organisatie met veel oog voor innovatie en werken in multidisciplinaire teams. “Verder zorgen we voor voldoende akoestische en visuele privacy, worden de gebouwen voorzien van veel groen, komen er goede brainstormruimten en kunnen de collega’s beschikken over up to date AV-voorzieningen en -tools om ook op afstand plezierig en efficiënt te kunnen werken”, legt Pieter uit. “Gezien de huidige ontwikkelingen op het gebied van thuiswerken is dit laatste zeer belangrijk”. Eveneens kenmerkend voor de gebouwen-nieuwe-stijl is de aandacht voor gezond gedrag. “Dat gaan we stimuleren door op veel plekken voldoende water aan te bieden als alternatief voor koffiedrinken. Daarnaast bevorderen we het lopen door extra trappen aan te brengen en die zo te situeren dat de medewerkers bijna vanzelf de trap nemen in plaats van liften te gebruiken.”

"Over alles is vanuit duurzaam oogpunt nagedacht."

Alles krijgt een nieuwe bestemming
Circulair, zonder afval en onze ecologische footprint zo laag mogelijk houden. Dat zijn de duurzame ambities voor nieuwe huisvesting van Nationale Nederlanden. ‘In dit project slopen we niet, maar oogsten we materialen. Alles krijgt een nieuwe bestemming,” zegt Peter. Pieter somt in één adem een reeks voorbeelden op: “Plaatmateriaal uit rijstvlies, koffiedik, gerecycled hout en cellulose afval, het inzetten van reststromen uit andere bouwprojecten, slim hergebruik van bestaande inrichting, lokale productie en verwerking, transport minimaliseren door logistiek te optimaliseren, tafelbladen uit gerecyclede PET-flessen, nieuwe stoffering gemaakt vanuit oude stoffen en demontabele en onbewerkte materialen voor toekomstig hergebruik. Over alles is vanuit duurzaam oogpunt nagedacht.”

Schaduwprijsberekening
Om de impact van de gebruikte materialen en middelen te kunnen kwantificeren is de gehele levenscyclus van de materialen berekend. Vanaf de grondstofwinning totdat ze een andere bestemming krijgen. “We willen niet alleen kijken naar bekende milieuproblemen, zoals klimaatverandering. Ook andere problemen, zoals vermesting door stikstofemissies zijn urgent”, stelt Peter. “Daarom maken we gebruik van de schaduwprijsberekening of milieukostenindicator, MKI”, vult Pieter aan. “Met deze methode kijken we naar acht impact categorieën, die zijn verrekend in één enkele eenheid: de schaduwprijs. Dit zijn eigenlijk de maatschappelijke kosten ten gevolgen van de milieu-impact. Dit geeft ons een objectief criterium om de meest duurzame keuze te maken.”.

“Met de reductie van bijna 70% op de milieu-impact besparen we in totaal 1.080 ton CO2uitstoot.”

Door de gezamenlijke inspanning in slim hergebruik van NN en de leveranciers is ruim 2.700 ton (2,7 miljoen kilo!) aan afval uitgespaard. Immers, wat je niet weggooit, hoef je ook niet opnieuw te laten maken. “Met de reductie van bijna 70% op de milieu-impact besparen we in totaal 1.080 ton CO2uitstoot”, licht Peter toe. “Hiermee streven we de ambities zoals bijvoorbeeld gesteld in het klimaatakkoord en Nederland Circulair 2050 ruimschoots voorbij! En daarbij komen nog winsten in stikstofuitstoot en water- en luchtvervuiling. Op deze manier kunnen we met dit project als voorbeeld fungeren hoe je circulariteit in een grootschalige renovatie toepast en objectief meetbaar maakt.”

Lokale voorgeschiedenis
Als voorbeeld van een circulaire en duurzame benadering noemt Pieter de keuze voor stoffering. “We stellen onszelf enkele vragen. Wat is de bron van de grondstof? Waar komt de grondstof vandaan? Hoe is het materiaal geproduceerd en getransporteerd? En dan kom je soms tot verrassende antwoorden. We liepen er tegenaan dat natuurlijke wol-producten een relatief grote milieubelasting hebben”, zegt hij. “Veel schapen voor de wolindustrie leven in Nieuw Zeeland en hebben veel voer en land nodig. Ook stoten ze veel ammoniak en methaan uit. Dit leidt tot stikstofproblemen en klimaatverandering. Ook het vervoer hierheen zou een onevenredig hoge milieudruk op de stoffering geven. Daarom zijn we op zoek gegaan naar alternatieven op basis van hergebruik en met een lokale voorgeschiedenis. De keuze wordt dan beperkter, maar dit heeft een aanzienlijke milieuwinst opgeleverd.”

Alles in de container
Bij Pieter en Peter persoonlijk en ook in de NN-organisatie is in de loop der jaren het besef gegroeid dat duurzaamheid en circulariteit belangrijk en eigenlijk onmisbaar zijn. “Vijf jaar geleden begonnen we bij Nationale Nederlanden en in die tijd zaten we ook in een verbouwingstraject”, weet Pieter nog goed. “Achteraf is het bijna onbegrijpelijk, maar we gooiden haast alles nog gewoon in de container. We dachten beperkt na over wat we nog konden gebruiken. Onze visie en aanpak zijn daarin volledig veranderd. Alle bestaande grondstoffen behouden zo hun waarde en op deze manier reduceren we onze impact op het milieu maximaal!”

Vind je dit een interessant artikel? Deel het met je netwerk.

Reacties