Hans Stofberg Adviseur circulair bouwen

Circulariteit: is de bouwsector er klaar voor?

0 ·Leestijd: 2:25 minuten

Energie neutraal bouwen en installeren beginnen we te leren. Weinig hoor je nog over circulair bouwen, waarin materialen en kringlopen de hoofdrol spelen.

Uit grondstoffen maken we producten die we na gebruik weggooien. Dat is simpel gezegd ons economisch model sinds de industriële revolutie. Deze lineaire economie bijt zichzelf echter in de staart. De gevolgen zijn bekend. Grondstoffen raken op, door CO2 emissie verandert ons klimaat. We slurpen energie en water. We dumpen bergen afval.

‘Bouwen wordt monteren, slopen wordt demonteren.’

Vastgeplakt

Als we écht duurzaam aan de slag willen, moeten we het écht helemaal anders doen. Dan moeten we terugkeren in de kringlopen van onze planeet. In de natuur werkt alles namelijk in circulaire systemen; er is geen afval en geen vervuiling. Hoe anders gaat het in de bouw. Deze sector is verantwoordelijk voor 30 tot 50% van de negatieve effecten van onze economie. Als we de omslag in de bouw kunnen (en willen) realiseren, maken we dus écht het verschil.

Het probleem is nu dat in de bouw alles aan elkaar vastgeplakt wordt. Doordat bijvoorbeeld het skelet en de leidingen in en aan elkaar zitten, kunnen ze alleen worden gescheiden en vervangen met de sloophamer. Met kapitaalvernietiging en afval als gevolg. Die verwevenheid van elementen en onderdelen moet worden doorbroken. En dat kan. Door circulair te bouwen. Het komt erop neer dat je een gebouw zo in elkaar zet, dat het ook weer eenvoudig uit elkaar te halen is. Bouwen wordt monteren, slopen wordt demonteren. Precies zoals Lego en Mecano het ons vroeger hebben geleerd.

Ideeën en studies

Van circulair bouwen is ook sprake wanneer grondstoffen en materialen zo hoogwaardig mogelijk worden gebruikt en maximaal worden hergebruikt. Door de levensduur van gebouwen te verlengen, grondstoffenketens te sluiten en de CO2 foodprint kleiner te maken verminderen we de milieubelasting en het tekort aan grondstoffen.

 

In het verleden zijn al diverse studies verricht en ideeën onderzocht. Denk aan John Habraken met zijn Drager – Inbouw concept, het Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen concept, en ook het onderzoek van de Amerikaan Steward Brand (1938). Hij benoemde als eerste de levenscyclus van verschillende lagen in een gebouw:
1) de draagconstructie ofwel de robuuste structuur (60 – 200 jaar)
2) de gebouwschil in de vorm van de gevel en het dak (30 – 60 jaar)
3) de installaties ( 7 – 30 jaar)
4) het inbouwpakket met binnenwanden en deuren (7 – 20 jaar).

‘Breng componenten los aan, zodat je ze afzonderlijk kunt vervangen.’

Levensduur als uitgangspunt

Als we uitgaan van Brand’s lagenconcept is het van belang om van elke laag te weten welke elementen, componenten en materialen zij bevat. En tegen welke kosten deze elementen worden gebouwd, onderhouden, vervangen en gesloopt. Maar ook welke schaduwkosten ervoor het milieu optreden, die door niemand worden betaald (zoals onze ‘verwijderingsbijdrage’). En ten slotte hoe de materialen worden hergebruikt: in de eigen kringloop, een andere kringloop of als grondstof.

Circulair bouwen blijkt dan slim bouwen. Om te beginnen zijn alle componenten van het gebouw duurzaam van kwaliteit en gezond. Minstens zo belangrijk is dat alle componenten na elkaar en los van elkaar worden aangebracht, zodat ze onafhankelijk van elkaar kunnen worden vervangen. Gebruik bijvoorbeeld liever knelfittingen dan lasverbindingen. En probeer zoveel mogelijk te prefabben, waarmee bouwen in feite monteren wordt. Het werken met ‘losse’ verbindingen is belangrijk omdat zoals aangetoond niet alle elementen dezelfde levensduur hebben en je tegelijk zo veel mogelijk sloop- en breekwerk wilt voorkomen. Metselwerk gaat bijvoorbeeld zo’n 200 jaar mee; voor isolatie is die termijn 70 jaar. Vraag is dan hoe we de isolatie gaan vervangen. Maar je zou ook isolatiemateriaal kunnen ontwikkelen met een levensduur die in de buurt komt van die van metselwerk. Dan is straks alles in één keer aan de beurt.

Grondstoffenakkoord

Circulair bouwen is zeker nog niet gangbaar in de bouwsector en haar gangbare productiemethoden. Maar de toekomst vraagt erom. Op nagenoeg alle maatschappelijke terreinen wordt dat inzicht gedeeld. Begin dit jaar werd het Nationaal Grondstoffenakkoord ondertekend door 180 partijen, waaronder overheden, banken, vakbeweging, milieuorganisaties, maar ook MKB Nederland en de Installateurskoepel Uneto-VNI. Zij hebben samen afspraken gemaakt, die ertoe moeten leiden dat Nederland in 2050 volledig draait op een circulaire economie. In 2030 moeten we daarmee al halverwege zijn. Om dat soort breed gedragen ambities kan niemand in de bouwsector meer heen. Het is nu tijd om circulair te gaan bouwen!

Vind je dit een interessant artikel? Deel het met je netwerk.

Reacties