Paul de Ruiter Paul de Ruiter Architects

Architect Paul de Ruiter: “Duurzaamheid is het nieuwe chique”

0 ·Leestijd: 3:30

Het is dat hem de vraag wordt gesteld, want anders neemt Paul de Ruiter het woord niet snel zelf in de mond. Maar hij kan niet ontkennen dat hij in de architectuur mag worden beschouwd als pionier op het gebied van duurzaamheid en circulariteit.

Al in 1992 ging zijn promotieonderzoek over gebouwen die energie moeten opleveren in plaats van consumeren. In 1994 leidde die vooruitstrevende gedachte van de toenmalige AIO (hij is nog steeds aan promoveren) tot het oprichten van het bureau Paul de Ruiter Architects. Dat richtte zich vanaf het begin op het ontwerp van duurzame gebouwen; het begrip circulariteit moest echter nog worden uitgevonden.

Bewustwordingsproces
Het waren in de jaren negentig enkele roepende in de woestijn die zich echt druk maakten over het onverantwoord gebruik van de aarde en haar grondstoffen, vertelt Paul. De discussie over de noodzaak van duurzame gebouwen werd vooral gevoerd in geitenwollensokkenkringen en wat opdrachtgevers uit de universitaire wereld. Maar ook bij overheden zoals Rijkswaterstaat, waar duurzaamheidsbewuste architecten hun kennis en technieken konden ontwikkelen. Zo ook Paul die in 2000 de kans kreeg om voor de directie Zeeland een kantoor van 12.000 m² BVO volledig duurzaam te ontwerpen. Met technieken als lange termijn koude en warmte opslag in de bodem, betonkernactivering, daglicht planken en circulaire materialen. Technieken die inmiddels standaard zijn geworden en dus nog steeds worden toegepast.

Al Gore
“Toch was toen al sprake van het ontstaan van een trend”, zegt Paul. “In steeds bredere kringen, ook in de corporate wereld, groeide de overtuiging dat duurzaamheid belangrijk ging worden. Maar nog steeds zaten wij als architecten met de vraag hoe je de duurzaamheidsgedachte in de praktijk moest implementeren en hoe je opdrachtgevers hiervoor kon enthousiasmeren”, weet hij nog goed. De grote doorbraak kwam in 2007, toen de voormalige Amerikaanse vicepresident Al Gore met zijn film ‘An Unconvenient Truth’ waarschuwde voor de gevolgen van de door de mens veroorzaakte klimaatverandering en aandacht vroeg voor maatregelen daartegen. Die film maakte veel mensen wakker, ook in het grote bedrijfsleven. Prominente ondernemers, onder wie CEO’s van beursgenoteerde bedrijven, zoals Peter Bakker van TNT en Paul Polman van Unilever, werden opdrachtgevers van De Ruiter.

Stimuleren van werkgeluk
Voor de ontwikkeling van Paul de Ruiter Architects was het belangrijk dat Triodos Bank, één van de duurzaamste banken ter wereld, het bureau omarmde, nadat de bank een vastgoedpoot was begonnen. De visies van Triodos Bank en De Ruiter strookten met elkaar en na een succesvol verlopen eerste opdracht, een callcenter van 7.800 m² voor UPC in Leeuwaarden in 2008 met het eerste BREEAM certificaat van Nederland, kreeg het bureau steeds vastere voet aan de grond in de wereld van vastgoed en ontwikkelaars. Het gedachtengoed van de architect (namelijk dat een gebouw niet alleen functioneel moet kloppen, maar dat met name het welbevinden en de gezondheid van de medewerkers bij de opdracht horen) vond steeds meer weerklank bij opdrachtgevers. “Voor TNT maakten we, in 2007, het eerste LEED platinum gebouw waar zo’n duizend mensen fijn moesten kunnen werken”, vertelt Paul. “Natuurlijk letten we op de lichtinval, de akoestiek, het uitzicht, voldoende frisse lucht en andere objectief te meten uitgangspunten. Maar het belangrijkst is dat mensen de gelegenheid krijgen op diverse manieren te kunnen werken. Dus alleen en geconcentreerd als dat nodig is, maar ook in groter verband, samen. Het op die manier stimuleren van werkgeluk en daarmee productiviteit is voor de architect de essentie van het ontwerpen van een gebouw.”

"Duurzaamheid is met minder middelen een beter gebouw maken."

Ontmoeten is belangrijk
Om plezier in het werk te hebben, daaraan zelfs geluk te ontlenen en de productiviteit te bevorderen, is het informeel ontmoeten belangrijk. Om deze ontmoeting te creëren en te bevorderen speelt de trap, aldus Paul, als prominent architectonisch element een onmisbare rol. “In het TNT-gebouw hebben we een atrium gemaakt met centraal een uitnodigende houten trap met brede werkbordessen”, zegt hij. “Een atrium is erg duurzaam omdat de gebouwenveloppe minimaliseert ten opzichte van de inhoud en de trap niet alleen de connectiviteit bevordert, maar ook het liftgebruik minimaliseert.” Inmiddels blijkt dit concept de norm geworden te zijn voor kantoren en onderwijsgebouwen.

Natuurlijk let Paul ook op zuinig energieverbruik, het duurzaam gebruik van materialen en het intelligent benutten van zonlicht. Maar het denken en ontwerpen verloopt van binnen naar buiten. In het ontwerp staat de mens centraal en is de buitenkant van het gebouw een gevolg van dat denken, dus kijkt de architect eerst naar het doel van het gebouw. Hoe kunnen mensen er plezierig en effectief werken, hoe kan je er goed mensen in opleiden, hoe kunnen mensen er fijn in wonen. De Ruiter start met die vragen en vandaaruit ontwerpt hij het gebouw zo intelligent mogelijk. “Duurzaamheid is met minder middelen een beter gebouw maken”, aldus de architect.

Stedenbouwkundige veranderingen
Ook steeds meer vermogende beleggers en particulieren vinden hun weg naar Paul de Ruiter Architects voor het duurzaam laten ontwerpen van hun beleggingsobjecten en villa’s. “Duurzaamheid is het nieuwe chique”, zegt hij. “Bovendien zijn duurzaam ontworpen gebouwen op den duur meer waard en bieden ze dus meer rendement.” Voor de toekomst, pakweg over twintig jaar, voorziet Paul nog veel meer aandacht voor circulariteit (‘voor mij is dat een onlosmakelijk onderdeel van duurzaamheid’) dan nu al het geval is. “In 2040 denken we nog veel preciezer na over verantwoord materiaalgebruik en dan met name over hergebruik.” Maar hij verwacht vooral grote stedenbouwkundige veranderingen, met name in het combineren van functies. “We gaan veel meer multifunctionele gebouwen neerzetten, zodat mensen niet alleen in hun eigen omgeving wonen, maar er ook werken en recreëren. Dat gaat leiden tot het verdringen van de auto, meer gebruik van de fiets en meer ruimte voor groen in de stad. Zo gaan de leefbaarheid en de aarde er op vooruit.”

Vind je dit een interessant artikel? Deel het met je netwerk.

Reacties